How to Kick
Voor de beginner
Steppen op een Kickbike is eenvoudig, wie kan er niet steppen? Met onderstaande
tips bent u snel een volleerd stepper.
1. De wissel
Wissel regelmatig het been af. Na 3 tot 12 passen wisselen. De top van
de wedstrijdrijders wisselt na 3 of 4 passen, in meer recreatieve tochten
zie je een lager wissel tempo, 8 a 10 keer soms meer. Belangrijks dat
je been niet verzuurt op de plank want dat been verbruikt de meeste energie
niet het het been waar mee je afzet.
Het wisselen zelf zal voor een beginner even wennen zijn, maar na een
paar weekjes steppen wordt het een automatisme. Je voeten weten dan automatisch
de plank te vinden.
De gevordere rijder zal zo snel wisselen dat een leek bijna niet ziet
dat er gewisseld wordt, wedstrijdrijders springen zelfs over. Om te beginnen
met wisselen is het makkelijkst om je de hak van de voet van het been
op de plank naar buiten draaien van de plank af. Zo creëer je ruimte
voor de het voorste deel van de andere voet. Die zet je er naast en dan
haal je standbeen van de plank en zet je af met de voet die voorheen op
de plank stond. Tijdens de afzet heb je zo de ruimte om je andere voet
helemaal op de plank te schuiven.
2. De afzet
Belangrijk is relaxed af te zetten, niet te krampachtig. Maar let wel
echt ver doorzwaaien van het been naar achteren kan relaxed aanvoelen
maar moet niet overdreven worden. Een korte afzet, dus een korte zwaai
(met kniebuiging) naar voren en ritmische afzet is vaak het beste.
3. Klimmen / afdalen/ vlak:
Hier zit
veel verschil in qua techniek.
Bij het klimmen gebruikt men
een korte zwaai, een hoog beenritme en zeker niet te ver naar achteren
afzetten. Goede klimmers herken je aan hun rechte houding. Ze zitten niet
diep voorovergebogen over het stuur maar kijken met een vrij rechte (relaxte)
houding recht vooruit en zetten met een hoog tempo in korte pasjes af.
Het afdalen is een specialisme
op zich. In wedstrijden zie je de rijders helemaal in zithouding naar
beneden stormen. Dat ziet er indrukwekkend uit. Let wel een stepper daalt
ontzetten snel af, je gewicht zit lager dan bij een fietser! je maakt
dus veel snelheid.
Snel afdalen gaat als volgt: Je zet beide voeten (tenen) achter elkaar
op plank (ook kniëen in één lijn achter elkaar), pak
het stuur stevig vast en breng je gewicht zo ver mogelijk op het voorwiel.
Je armen zo dicht mogelijk tegen het lichaam. Volg je dit exact op, dan
val je als een baksteen naar beneden. (een helm is bij afdalingen zeker
een aanrader en een realistisch kijk op snelheid, anticipatie is eigenlijk
een minimale vereiste).
In de EURO-cup (step competitie in meerdere landen) zijn er zelfs wedstrijden
die zich geheel richten op het afdalen, zowel op de weg als in het terrein.
Rijden in de polder (vlak)
daarbij zie je meest uiteenlopende technieken. Lange afzet, grote beenzwaai,
kortere afzetten, kortere beenzwaai. Het hangt eigenlijk een beetje af
van de wind. Step je met de wind in de rug dan kan een langere zwaai relaxter
zijn. Tegen de wind voelt eigenlijk een beetje aan als klimmen, dus een
korte afzet is vaak dan het meest productief.
1. V-shaping...
Een wedstrijdstepper heeft zeker 1,5 jaar nodig om alle technieken goed
onder de knie te krijgen en dan nog leer je bij. In veel wedstrijden is
het sparen van energie in het peleton essentieel. Er wordt vaak snel gestart
en na ca. 5 km stabiliseert het tempo. Veel beginners denken vaak hierdoor
ik kom nooit op dat niveau maar schijn bedriegt dus. Kun je de eerste
kilometers aanhaken dan is niet onwaarschijnlijk dat je de kopgroep kunt
volgen tot aan de finish, tenzij er een paar snel wegdemareren. Tijdens
de wedstrijd probeert men vaak te demareren uit de groep belangrijk is
dan mee te sprinten en uit de wind te rijden. Dat scheelt echt heel veel
energie, dit wordt door jonge stepteams en beginners vaak onderschat.
Belangrijk is als startende stepclub hier dan ook op te trainen in een
groepje. Ga eens een keer in V-vorm rijden en voer het tempo op.
Dit geldt evenzo ook voor de junioren steppers. Deze techniek kan bijvoorbeeld
veel voordeel brengen in ook langere tochten als de IJsselmeerronde of
de Elfstedentocht op de step.
2. Het stuur
Wat ook vaak
bij beginners gesignaleerd wordt is dat men krampachtig aan de stuur hangt.
Dit is niet goed, het stuur ferm vasthouden oke, maar krampachtig dat
kost veel te veel energie en is niet relaxed. Je kunt dit goed oefenen
door te steppen met twee vingers op het stuur. Als je dit helemaal niet
kunt dan moet je toch proberen te gaan letten op een meer relaxte houding.
Velen denken dat een hoog stuur relaxter rijdt. Dit is een misvatting.
Het voelt misschien relaxed aan maar het is zeker niet minder energieverspillend.
Bij een laag stuur vang je veel minder wind en kun je met een een soort
schaatshouding in je rug energie sparen (de schaatshouding is holle buik/bolle
rug, zonder krampachtig je spieren te gebruiken). Het is voor iemand die
aan een laag stuur gewend is echt een ramp om met een hoger stuur te steppen
en andersom vaak ook. De kern zit em in de realiteit, hoe lager het stuur
hoe minder wind je vangt, en hoe makkelijker de afzet, dus het kost minder
energie. De praktijk zie je prachtig gedemonstreerd in tochten en wedstrijden.
3. Plankhoogte
De Kickbike
plankhoogte is vrij laag in vergelijking met andere merken en kunnen zelfs
nog verder verlaagd worden met een setje. Voor wedstrijdrijders
is dit geen overbodige luxe. Je plankhoogte beinvloed je energieverlies.
Vanaf de G4 generatie zit er een geintegreerd verlagingsset op de Kickbikes.